1 Samuel 18:8

SVToen ontstak Saul zeer, en dat woord was kwaad in zijn ogen, en hij zeide: Zij hebben David tien duizend gegeven, doch mij hebben zij [maar] duizend gegeven; en voorzeker zal het koninkrijk nog voor hem zijn.
WLCוַיִּ֨חַר לְשָׁא֜וּל מְאֹ֗ד וַיֵּ֤רַע בְּעֵינָיו֙ הַדָּבָ֣ר הַזֶּ֔ה וַיֹּ֗אמֶר נָתְנ֤וּ לְדָוִד֙ רְבָבֹ֔ות וְלִ֥י נָתְנ֖וּ הָאֲלָפִ֑ים וְעֹ֥וד לֹ֖ו אַ֥ךְ הַמְּלוּכָֽה׃
Trans.wayyiḥar ləšā’ûl mə’ōḏ wayyēra‘ bə‘ênāyw hadāḇār hazzeh wayyō’mer nāṯənû ləḏāwiḏ rəḇāḇwōṯ wəlî nāṯənû hā’ălāfîm wə‘wōḏ lwō ’aḵə hamməlûḵâ:

Algemeen

Zie ook: David (koning), Jaloezie, Saul (koning)

Aantekeningen

Toen ontstak Saul zeer, en dat woord was kwaad in zijn ogen, en hij zeide: Zij hebben David tien duizend gegeven, doch mij hebben zij [maar] duizend gegeven; en voorzeker zal het koninkrijk nog voor hem zijn.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וַ

-

יִּ֨חַר

Toen ontstak

לְ

-

שָׁא֜וּל

Saul

מְאֹ֗ד

zeer

וַ

-

יֵּ֤רַע

-

בְּ

-

עֵינָיו֙

in zijn ogen

הַ

-

דָּבָ֣ר

woord

הַ

-

זֶּ֔ה

en dat

וַ

-

יֹּ֗אמֶר

en hij zeide

נָתְנ֤וּ

gegeven

לְ

-

דָוִד֙

Zij hebben David

רְבָב֔וֹת

tien duizend

וְ

-

לִ֥י

-

נָתְנ֖וּ

gegeven

הָ

-

אֲלָפִ֑ים

doch mij hebben zij duizend

וְ

-

ע֥וֹד

nog

ל֖

-

וֹ

-

אַ֥ךְ

en voorzeker

הַ

-

מְּלוּכָֽה

zal het koninkrijk


Toen ontstak Saul zeer, en dat woord was kwaad in zijn ogen, en hij zeide: Zij hebben David tien duizend gegeven, doch mij hebben zij [maar] duizend gegeven; en voorzeker zal het koninkrijk nog voor hem zijn.


Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!